Wat is huiselijk geweld?
Huiselijk geweld is elke vorm van lichamelijk, seksueel, psychisch of financieel geweld dat wordt gepleegd door een persoon tegen een, partner, kind, ouder, lid van het gezin of behoeftige, ongeacht waar het geweld plaatsvindt (Wet Bestrijding Huiselijk Geweld, S.B. 2009 No. 84)
Bij huiselijk geweld gaat het om geweld in de relatie of privésfeer w.o. partnergeweld, geweld van kinderen tegen ouders, kinderen die verslaafd zijn aan drugs of alcohol en hun ouders molesteren, geweld tussen broers en zussen enz.
Doel van de wet Bestrijding Huiselijk Geweld
Het doel van de wet Bestrijding Huiselijk Geweld is om in een vroeg stadium en op een snelle wijze bescherming te bieden aan slachtoffers of mogelijke slachtoffers van huiselijk geweld via een snelle procedure
Op welke wijze wordt bescherming geboden?
Bescherming wordt door beschermingsbevelen van de rechter geboden.
Als een slachtoffer van huiselijk geweld bescherming wilt tegen huiselijk geweld kan hij of zij een beschermingsbevel aanvragen bij de rechter. In het verzoek kan het slachtoffer aangeven waartegen hij of zij beschermd wenst te worden.
De rechter kan middels het beschermingsbevel verboden en geboden opleggen aan degene die het huiselijk geweld heeft gepleegd of aan degene die zich schuldig zal maken aan huiselijk geweld (op basis van redelijke vermoedens).
Met andere woorden de rechter geeft in het beschermingsbevel aan wat de dader moet doen of niet mag doen ter bescherming van het slachtoffer.
De verboden die de rechter kan opleggen, kunnen onder andere zijn (wat de dader niet mag doen):
– een verbod om huiselijk geweld te plegen of te bedreigen met huiselijk geweld;
– een verbod om direct en indirect in contact te treden bijvoorbeeld, bellen, sms’en, whatsappen, e-mailen.
– een verbod om goederen die aan de aanvrager van het beschermingsbevel behoren te vernielen of in bezit te nemen,
– een verbod om zich te bevinden in de echtelijke woning totdat op grond van enige andere wettelijke regeling hierover is beslist;
– een verbod zich te bevinden in door de aanvrager van het beschermingsbevel regelmatig bezochte ruimten, zoals aangegeven in het bevel, o.a. de woon- of verblijfplaats, het bedrijf, de school of de werkruimte.
De geboden die de rechter kan opleggen, kunnen onder andere zijn (wat de dader moet doen):
– het teruggeven van goederen;
– het betalen van schadevergoeding voor de materiële schade die de aanvrager van het beschermingsbevel heeft geleden;
– het ontruimen van de echtelijke woning;
– het geven van een financiële vergoeding aan de aanvrager van het beschermingsbevel en elk kind
– het garanderen van een behoorlijke verzorging van het kind of de behoeftige, al dan niet onder toezicht van het Bureau voor Familierechtelijke Zaken of een erkend maatschappelijk werker;
– het afstaan van wapens aan de politie;
– het verplicht ondergaan van therapie
Art 4 lid 2: Een beschermingsbevel kan verder alle andere gebods- of verbodsbepalingen inhouden, als waarmee verzoeker of gedaagde heeft ingestemd.